‘de stemming van de stilte’.

 

vliegt door stille landen

de tijd raakt achterop

een vredig verlangen

toen alle dingen in stilte zwegen

mijn gedachte dreef op een briesje

een verborgen woord, geen klanken nog

wordt verliefd als een mens

wees bij mij als het licht vervaagt

ik bespeurde de stilte van het onkenbare

ik zal het oude maar laten gaan

een zachte stilte en haar hand op mijn hand

er is een wereld voorbij haar tijd

ik groeide op

ik onthoud de dag

die nacht was mijn laatste nacht

ik verloor iets in de heuvels

je liefde overweldigde mij

onverbrekelijke verbondenheid

we waren altijd in elkaar aanwezig

nooit meer vervreemding

en onze zielen die spreidden

wijd hun vleugels uit

als vlogen ze naar hun thuis

 

 

ben kapteijns.